Een tijdelijk gebruik is fragiel vanwege de delicate balans die gevonden moet worden tussen de open en experimentele drive die tactical urbanism kenmerkt en anderzijds de organisatorische en conceptuele robuustheid die het na de aanloopfase vraagt. In geslaagde cases in binnen- en buitenland vallen zes succesfactoren te onderscheiden:
- Ruimte voor de bottom-up dynamiek: De participanten en partners, inclusief de commerciële en gouvernementele partners, respecteren, ondersteunen of versterken de autonome en experimentele bottom-up dynamiek die vaart en kwaliteit geeft aan het project.
- Een centrale actor - persoon of organisatie - als bindstof die de lijm vormt tussen de vaste en wisselende, kleine en grote participanten en de cohesie en continuïteit van de alliantie verzekert die het vertrouwen geniet van alle andere actoren (ook de overheid en commerciële participanten), die de robuustheid bezit om de organisatorische en/of ideologische consistentie te bewaren en die de competenties bezit om de delicate balans tussen management en experimentele openheid te bewaren
- Een toegankelijke overheid die steun biedt zonder te sturend of controlerend te worden en het initiatief te recupereren.
- Een businessplan en fondsenwerving, omdat de initiële investering meestal groter uitvalt dan gedacht. Met name het toegankelijk en veilig maken van een gebouw of terrein voor gebruik, in overeenstemming met alle wetten en voorschriften, is een vaak onderschatte kostenpost.
- Een korte administratieve doorlooptijd voor vergunningen, toelatingen, collegebeslissingen enz... die de spontane, informele drive niet ontmoedigt en door trage en complexe procedures doodknijpt en de beschikbare exploitatietijd niet dermate verkort dat de investeringen nog moeilijk of onmogelijk afgeschreven kunnen worden. Hoe korter het juridisch pad, hoe haalbaarder het project. Indien de administratieve periode de exploitatieperiode onredelijk inkort, is er een compenserende toelage vereist.
- Een gegarandeerde duurtijd van de vergunning die het tijdelijk gebruik een faire kans op slagen geeft. Een garantie voor één jaar, al dan niet met kans op verlenging, is dat niet. De onzekerheid of de investeringen kunnen terugverdienen worden, schept een onredelijk risico voor de initiatiefnemer. Het weerhoudt hem zich te engageren. Tevens riskeert hij dat hij het project niet tot wasdom zal kunnen brengen, tot het echt voltooid is. Sommige projecten vergen een duurtijd van niet meer dan 3 of 4 jaar. Maar projecten van een zekere omvang vergen niet zelden een gegarandeerde duurtijd van 5 jaar en meer. In Nederland of Duitsland krijgen projecten niet uitzonderlijk een perspectief van 8 à 10 jaar.