Rol van de overheid

 

 

1. Wisselvallige praktijk

De rol van lokale overheden in de bestudeerde cases is wisselvallig. Nu eens speelt ze een sleutelrol, dan weer een bescheiden, administratieve rol. De ene keer is ze totaal afwezig, zelfs argwanend, waarbij ze pas schoorvoetend over de brug komt als het initiatief lijkt te slagen en de bijval groot is, waarna ze over de brug komt met een deal. In andere gevallen, met name in het buitenland, schrijven lokale overheden zelf wedstrijden uit voor tijdelijk gebruik van een terrein of gebouw. Ze nodigen lokale actoren uit om concepten en voorstellen in te dienen en schakelen tijdelijk gebruik in als instrument voor de ontwikkeling van een vacant pand of gebied. Het engagement van lokale overheden kent dus vele gradaties, van uiterst afwachtend tot zeer coöperatief.

 

2. Afzijdige autoriteit

In het slechtste geval is de rol van de overheid die van dood gewicht. Ze weigert de initiatiefnemer enige vorm van hulp te verstrekken en de noodzakelijke vergunningen en toestemmingen te bezorgen. Als een controlerende autoriteit slaat zij het initiatief argwanend gade. De participanten wenden zich tot andere, meer bereidwillige partners, bouwen een krachtig burgernetwerk op terwijl ze vervreemden van de overheid. De initiatieven in kwestie zien hun maatschappelijk draagvlak groeien en beschikken over een grote mobilisatiekracht. Voorbeelden hiervan zijn  Singeldingen (Rotterdam), Hustadt Project (Bochum) en La Tabacalera (Madrid).

 

3. Dienstverlenende administratie

De lokale overheid neemt een minimale administratieve rol op zich. Ze verstrekt de nodige toestemmingen en vergunningen en kijkt toe op de naleving van de veiligheids- en andere regels.

 

4. Coöperatieve overheidspartner

De lokale overheid ondersteunt en optimaliseert de administratieve afhandeling. Ze vereenvoudigt en versnelt de administratieve procedures. En/of ze coördineert de aanvragen via een vaste liaison-ambtenaar:

  • die de initiatiefnemers alle relevante kennis en info ter beschikking stelt (open sourcing) en strategisch en administratief adviseert,
  • die het contact met het bestuur en de diverse diensten verzorgt en vergemakkelijkt, en optreedt als bemiddelaar,
  • die actief overlegt met de projectvoerders over mogelijkheden en restricties,
  • die de diverse toelatingen, vergunningen en collegebesluiten voor tijdelijk gebruik (verbouwingen en tijdelijke constructies, parkeerruimte en toegangswegen, water- en electriciteitsvoorziening, verkoop en distributie van drank- en eetwaren, organisatie van concerten,…) bundelt,
  • die toeziet op een goede verdeling tussen overheid, eigenaar en tijdelijke gebruikers van de aansprakelijkheid.

 

 5. Overheid als aanjager en makelaar

In het buitenland bemiddelt de lokale overheid steeds vaker tussen vragers en aanbieders. Zij staat hen actief bij en stemt ze op mekaar af:

  • Met een braakliggings- of leegstandkaart of -monitor, soms ook 'transitiekaart' genoemd, die alle vacante terreinen weergeeft in hun huidige status. De praktijk is ondermeer reeds ingeburgerd in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Rotterdam, Breda, Leiden, Arnhem e.a. Het Goethe-Instituut plaatste een Leerstandsmelder van Duitse steden online. Je vindt hieronder een aantal voorbeelden:
  • Met een online loket voor initiatiefnemers
    • dat alle informatie open ter beschikking stelt,
    • dat een regulier kader biedt met (subsidie)voorwaarden, procedures, projecttoelagen, administratieve en logistieke faciliteiten voor tijdelijk gebruik van terreinen en panden (bv. de vermindering of vrijstelling van tarieven en retributies). Voorbeelden zijn het Fonds Tijdelijke Invullingen van de stad Gent dat een integraal kader voor tijdelijke gebruiksaanvragen schept, en MEST! van de stad Mechelen, specifiek voor jonge starters. Loket pop-up van de stad Rotterdam biedt een service voor tijdelijke publieksevenementen.
  • Met actief overleg over mogelijkheden en restricties, eindigend in een samenwerkingsovereenkomst waarbij de gemeente financiële en logistieke middelen ter beschikking stelt en optreedt als partner. Voorbeelden zijn Buurtmoestuin Afrikanerplein (Amsterdam), Allée du Kaai (Brussel), Tondelier (Gent) en Leefstraat (Gent).
  • Met occassionele ontwerp- of conceptwedstrijden waarbij tijdelijk gebruik mee vaart en richting geeft aan een ontwikkeling, of er inspiratie voor levert:
    • de creativiteit en expertise in de (lokale) samenleving mobiliseert, en interessante participanten aantre
    • de site ontsluit en revitaliseert en nieuwe gebruikers en investeerders aantrekt
    • de participanten de kans geeft om hun concepten te testen en uit te bouwen, en - wanneer ze hun waarde voor de site bewijzen - te consolideren in de definitieve ontwikkeling.
    • Voorbeelden zijn Caravanserai (Londen), De Ceuvel (Amsterdam), Park Design (Brussel), Shabby Shabby Appartments (München) en Kiem United (Amsterdam). Het meest omvangrijke voorbeeld is Tempelhof (Berlijn).
  • Met de aanstelling van een 'wijk- of kwartiermaker' die een woonbuurt, een bedrijventerrein of bedrijfs- of kantorencomplex onderzoekt op potenties en strengths, er een netwerk uitbouwt en tijdelijke, experimentele initiatieven opzet die het pand of gebied een dynamiek geven die een perspectief biedt op lange termijn. Buitenlandse steden wenden het aan als alternatief voor traditionele planvorming die niet langer centraal verloopt en uitgaat van een gefixeerd eindbeeld maar van 'een bandbreedte aan ontwikkelpotenties' (zie 'Van eindbeeld naar startbeeld', Temparchitectureurbanism), samengevat in een startbeeld dat participatief tot stand komt en stapsgewijs evolueert naar een eindbeeld. Voorbeelden zijn De Binckhorst (Den Haag), Meesterveld Creative Community (Bijlmer, Amsterdam), Hustadt Project (Bochum), de Honigfabriek (Nijmegen) en Le 6b (Parijs), het laatste op privéinitiatief. Tijdelijk gebruik evolueert in deze gevallen van een 'event' naar een stedenbouwkundig instrument en vervult een hefboomfunctie die gebiedsontwikkeling meer organisch en proefondervindelijk maakt.

 

6. Particuliere makelaars

In steeds meer (buitenlandse) steden nemen particuliere organisaties de rol op van makelaar. Het ruime aanbod aan vacante panden en terreinen en de stimulerende regelgeving en coöperatieve opstelling van overheden maakt hen levenskrachtig. Het is ondermeer het geval in Leiden, Delft (specifiek voor studentenhuisvesting), Utrecht en Berlijn. In Nederland is ook reeds een landelijke makelaar aan het werk:

 

7 Commerciële actoren als aanjager en/of partner

Vooruitstrevende jonge ondernemers, vastgoedeigenaars of ontwikkelaars ontdekken steeds vaker een interessante convergentie tussen maatschappelijke en economische doelen in tijdelijk gebruik. Sommigen overwinnen de watervrees om in een netwerk met ongelijksoortige en oncommerciële partners te stappen en daar zonder reserve en op gelijkwaardige basis aan te participeren. Vele tijdelijke gebruik doen hun voordeel bij zo 'n alliantie. In meer complexe en omvangrijke projecten blijkt de triangel burger-ondernemer-overheid zelfs onontbeerlijk. Ook wanneer het tijdelijk gebruik geconcentreerd wordt op handel, als vliegwiel voor sociaal-economische en culturele (wijk)ontwikkelingen, is de open samenwerking binnen een bonte schakering van ondernemers een zweepslag voor het project, samen met de open werkstructuur - in collaboratie met kennisinstellingen, overheid en culturele actoren. In sommige gevallen jaagt een commerciële actor het tijdelijk project aan. Voorbeelden zijn Open Lab Ebbinge (Groningen), Test Site Rotterdam (Rotterdam), Dekalb Market (New York), Zoho (Rotterdam) en de Honigfabriek (Nijmegen).